Een volwassen dwergmuis (Micromys minutus) is een schattig beestje van amper 6 tot 8 cm groot en daarmee het kleinste knaagdier van Europa. Met zijn okerbruine vacht op de rug en een helder witte buik heeft hij een groot knuffelgehalte en zijn lange grijpstaart bezorgt hem de status van eerste klasse acrobaat. Hoewel hij zowel ’s nachts als overdag actief is, krijg je hem zelden te zien omdat hij bijzonder schuw is en constant op zijn hoede. Bij de minste dreiging verdwijnen ze vliegensvlug onder de beschutting van planten. Toch is de winter het ideale seizoen om de aanwezigheid van deze soort vast te stellen.
Door hun kleine formaat en laag gewicht (10 g) zijn ze in staat om langs lange grashalmen omhoog te klimmen. Daar vinden ze zaden die niet bereikbaar zijn voor zwaardere voedselconcurrenten zoals de bosmuis. Hun leefgebied bevindt zich daarom hoofdzakelijk in de bovenste lagen van hoog gras in flink verruigde weilanden. Daar maken ze ook hun nesten die even groot en net zo rond als een tennisbal zijn. Het nest is gemaakt met droge bladeren van grassen die kunstig in elkaar gevlochten worden tot een stevig balletje dat op enkele tientallen centimeter tot een meter boven de grond tussen het lange gras hangt of tussen de takken van een lage struik is bevestigd. De binnenkant is bekleed met versnipperd plantaardig materiaal of pluisjes van zaden.
In zo’n miniatuur nestje worden 4 tot 7 jongen grootgebracht. Een vrouwtje kan 2 tot 4 keer per jaar een kroost op de wereld zetten en telkens wordt daarvoor een nieuw nest gemaakt. In de zomer zijn die nesten zeer goed gecamoufleerd omdat ze gebouwd zijn met groene, levende grashalmen waardoor ze niet opvallen tussen de groene vegetatie. Na de zomer verkleuren ze naar lichtbruin en worden ze beter zichtbaar. Ideaal dus om tijdens de wintermaanden je speurzin aan te wakkeren en in de jungle van lang gras en ruigtes op zoek te gaan naar die prachtige nestjes.
Tijdens de laatste beheerdag in ons natuurgebied Gondebeekvallei hebben we tijdens beheerwerken verschillende nesten van deze soort teruggevonden in een jonge bosaanplant. We weten al langer dat ze in Gondebeekvallei een habitat gevonden hebben, maar het doet toch deugd om te zien dat de soort er goed floreert. Vroeger kwamen ze ook in grote aantallen voor in graanakkers waar ze zowel massaal voedsel als prima nestgelegenheid vonden. De laatste decennia is het verbouwen van graan in onze regio sterk teruggelopen ten voordele van maïs, aardappelen en bieten waardoor ook de dwergmuizen flink in aantal zijn afgenomen.
Gelukkig zijn er nog natuurgebieden waar ruige graslanden ongestoord kunnen gedijen en waar deze schattige knuffels zich perfect thuis voelen.