De zomermaanden zijn een ideaal moment om op zoek te gaan naar al het fraais dat de wereld van de insecten ons te bieden heeft. Eén van die pareltjes uit de groep van de kevers is de schattige Penseelkever (Trichius gallicus of Trichius fasciatus).
Zijn kleurrijke beharing verleent hem een grote aaibaarheidsfactor en tegelijk doet hij sommigen daardoor een beetje denken aan een hommel. Maar steken doet hij niet. Het is een zeer vredelievende kever die als vegetariër door het leven gaat. Het volwassen dier eet de zachtere delen van bloemen, vooral schermbloemigen. Maar ook andere plantensoorten zoals liguster, meidoorn en knoopkruid vallen in de smaak. In onze tuin is het een jaarlijks weerkerende gast op de margrieten. De larven zijn al even onschadelijk, ze leven twee jaar in rottend hout voor ze verpoppen tot volwassen kever. Een goede reden dus om in een verloren hoekje een stapeltje dood (en onbehandeld) hout te laten liggen.
De penseelkever is ongeveer een centimeter groot en heeft gele dekschilden met meestal drie zwarte onderbroken strepen, al kan dat laatste sterk variëren. De combinatie geel en zwart is niet toevallig ook terug te vinden bij wespen en hoornaars, waardoor deze kever probeert hongerige predatoren af te schrikken en zo het vege lijf te redden. Met een moeilijk woord heet zoiets mimicry, wat zoveel betekent als nabootsing of camouflage.
In het begin staan naast de Nederlandse benaming ook nog twee Latijnse namen. Er komen in ons land namelijk twee soorten voor die we gemakshalve allebei als Penseelkever bestempelen. Determineren tot op de correcte soort is specialistenwerk en is meestal op het veld niet haalbaar. Je moet er al in slagen om de mannetjes en vrouwtjes van elkaar te onderscheiden. Als dat lukt dan moet je aan de schenen van het middelste paar poten een opstaand randje ontdekken aan de buitenkant van de scheen en dat zou al dan niet eindigen in een duidelijk tandje. Ben je nog mee?
Ik haak hier af. Ik ben al lang blij als ik weer eens zo’n pracht exemplaar van de penseelkever heb mogen gadeslaan terwijl hij (of zij) zich tegoed doet aan onze margrieten. Het is hem van harte gegund en het zal mij een zorg zijn of het nu een gallicus of een fasciatus is. Mooi zijn ze toch altijd. Als je deze schattige beestjes zelf wil bewonderen, kun je nog tot een heel eind in augustus op zoek gaan. Ik wens je heel veel plezier.