Soort in de kijker: Speenkruid (Ficaria verna)

Dinsdag 28 maart 2023

Als de winter op zijn laatste pootjes loopt, ben ik de doffe grijsbruine tinten van het winters landschap een beetje beu en verlang ik volop naar meer kleur in de natuur. Vanaf februari/maart zijn er diverse planten die de metamorfose naar frisse lentetinten op gang brengen. Speenkruid is één van die vroege bloeiers die met hun fel gele stervormige bloemen meteen een beetje lente (latijn = verna) in mijn hart brengen.

Speenkruid vind je van maart tot mei op vochtige, vaak wat beschaduwde plaatsen in bronnenbossen en langs beekdalen, in vochtige weilanden en langs sloten. Het is een soort die gerekend wordt onder de zogenaamde voorjaarsflora, dat zijn de plantensoorten die het grootste deel van hun levenscyclus voltooien voor de bomen en struiken volop in blad staan en er dus nog voldoende licht tot op de bodem doordringt om te kunnen groeien en bloeien.

Om zo snel na de winter tot ontwikkeling en zelfs tot bloei te kunnen komen, moet het speenkruid kunnen putten uit een opgeslagen voorraadje voedingsstoffen. Ondergronds zit er aan de wortels een bundeltje peervormige knolletjes. Die wortelknollen bevatten het extra voedsel dat de plant in staat stelt om vanaf februari de eerste blaadjes te vormen en kort daarna ook de eerste bloemen. De peervormige knollen liggen ook aan de basis van de naam van de plant want ze doen denken aan een (fop)speen. Volgens anderen lijken ze dan weer de vorm van een vijg te hebben, vandaar de Latijnse naam Ficaria.

Hoewel de vrij grote bloemen (tot 15 mm) met hun glimmende goudgele kroonbladen attractief genoeg zijn om insecten te lokken, worden er toch niet veel zaden geproduceerd. Het Gewoon Speenkruid is voor zijn verspreiding vooral aangewezen op de kleine broedknolletjes in de bladoksels. Als die knolletjes loslaten van de planten en op de grond terecht komen dan lopen ze terug uit en vormen ze een nieuw plantje. Dat wordt vegetatieve voortplanting genoemd. Als er toch zaad gevormd wordt dan zorgen vooral de mieren voor de verspreiding ervan. De zaadjes zijn voorzien van een mierenbroodje, een lekkernij waar de mieren op af komen. Ze slepen de zaden naar hun nest en werken op die manier mee aan de verspreiding van het Speenkruid.

Als je op één van je lentewandelingen Speenkruid ziet bloeien, maak dan eens een knieval voor dit fascinerend plantje en kijk of je de witte broedknolletjes in de bladoksels kunt vinden. Veel succes.